Reisverhaal «Sc18-03»
Ierland 2018 - Schotland 2018
|
Verenigd Koninkrijk
|
0 Reacties
18 Mei 2018
-
Laatste Aanpassing 20 Juni 2018
Sc18-03
Wo.09/05 Zwaar bewolkt met af en toe smos-regen en veel frisse wind. We vergaten te noteren dat in Durness een huisje staat waar de jonge John Lennon met z’n tante Elizabeth Parkes hun vakantie doorbrachten. In 1969 bezocht John, vergezeld van Yoko Ono en zoon Julian, voor een laatste keer z’n vroegere vakantieplek.
Vandaag rijden we verder, zuidwaarts ditmaal, de A838 en de A894 af. Deze weg is ook deel van een route die de Route 500 wordt genoemd. Het is een circuit dat in totaal 500 miles lang is (800km) met begin -en eindpunt in Inverness. Het gedeelte dat we vandaag doen is al even indrukwekkend als dat van gisteren en het ene spectaculaire uitzicht volgt op het andere. Op de achtergrond liggen ruwe, hoge gebergten. Het heidegebied wordt afgewisseld met meren in allerlei formaten. We bezoeken ook even ‘Kinlochbervie’, gelegen langs het ‘Loch Inchard’, een zeearm die tot ‘Rhiconich’ rijkt. Kinlochbervie blijkt één van de belangrijkste ‘vis-landingsplaatsen’ van Schotland te zijn. Hiermee bedoelt men dat er hier heel veel vis aan land wordt gebracht. De haven werd in 1980 volledig gemoderniseerd omdat ze zo dicht tegen de rijke visgronden ten noorden en ten westen van ‘Cape Wrath’ ligt. Als je vanaf Rhiconich het wegeltje inslaat naar Kinlochbervie is het nauwelijks te bevatten dat hier z’n belangrijke haven ligt. Nog even verder op het smalle éénbaan wegeltje tot ‘Oldshoremore’ zetten we Mwenzi op een parking en maken een wandeling op een prachtig strand. Spijtig genoeg begint het dan te regenen. Het kleine kerkhof nabij de parking charmeert met vele Narcissen tussen de eeuwenoude grafstenen.
In een klein restaurantje “The Old School” in ‘Inshegra’ eten we een hele lekkere plaatselijke ‘Battered Haddock’. Even ten zuiden van ‘Unapool’ vinden we een prachtige plek langs de weg, grenzend aan een bergmeer. Dit lijkt ons een mooie plek om nog even de benen te strekken, wat te lezen en de nacht door te brengen. Gereden: 89km.
Do.10/05 Vanmorgen hadden we een ongelooflijk weer, zonneschijn en open, blauwe hemel en tien minuten later waren alle bergen in de omgeving in wolken gehuld en stortregende en hagelde het. Na tienminuten herhaalde zich dit scenario tot de middag. Dan werd het stabieler met zonneschijn maar toch nog met sterke, frisse wind. Tot daar het decor van deze mooie dag, het mooie kwam vooral ’s avonds. Maar eerst zijn we vanmorgen tot ‘Lochinver’ gereden, een klein dorpje aan… ‘Loch Inver’ op het einde van… ‘Inver Valley’. Na de lunch zijn we dezelfde weg terug tot ‘Loch Assynt’ gereden om daar ‘Ardvreck Castle’ te bezoeken. Het is niet meer dan de ruïne van een kasteel uit late 15de eeuw, maar de locatie is wel prachtig. Vlakbij ligt ook een 4000 jaar oude begraafplaats, een oude molensteen van begin 19de eeuw en de ruïne het ‘Calda House’ van de Clan McKenzie van Assynt dat hier in 1726 gebouwd werd. Na de opgave van het gebouw kwam men hier stenen halen voor de bouw van de eerste plaatselijke school in het nabijgelegen ‘Inchnadamph’.
Ardvreck Castle had ook een heel bewogen geschiedenis door de clan-oorlogen maar het werd uiteindelijk in 1795 door een blikseminslag bijna totaal vernield. Eigenlijk voelden we misschien aan dat we hier moesten blijven “rondhangen”, de scene van de ruïne, de soms akelig donkere lucht en de rest van de prachtige omgeving maakten het fotografisch heel interessant. Dus hebben we vandaag de wijde omgeving van het kasteel bezocht en bekeken en afgewacht wat de avond zou brengen. En het werd een interessante avond, alleen speelde de ruïne er niet echt een rol in. Rond 19u. kwam er uit de bergen een klein groepje Edelherten in het groene gras aan de oevers van Loch Assynt grazen. Al gauw lagen we dus tussen de schapenkeutels in het gras om daar wat opnames van te maken. De zonsondergang bleek achteraf niet de moeite te zijn maar de aanwezigheid van die vijf herten tot laat in de avond, en zelfs vlak voor Mwenzi, maakte de dag meer dan geslaagd. Uiteraard zullen we hier ook overnachten, misschien zien we ze morgenvroeg terug. Gereden: 46km.
Vr.11/05 Vannacht was het alsof Mwenzi op zee was, stormwinden waren er de oorzaak van en die bleven de hele dag door blazen. Het bleef wel droog.
Vanmorgen bezochten we ‘Creag a’ Chnocain’ ofte ‘Knockan Crag’ een National Nature Reserve.
We rijden al een paar dagen door een geologische speeltuin, dat zagen we aan letterlijk busladingen geologen, zowel amateur als beroeps die hier overal zorgvuldig rotsformaties inspecteerden. De geologie van deze streek zou drie miljard jaar oud zijn en vormde lange tijd een twistappel in de wetenschappelijke kringen die zich bezighouden met de tijdsbepaling van gesteentelagen en dus de ouderdom van het land. Na zes jaar discussie werd door het ‘Britse Geologische Gezelschap’ een team van twee geologen aangesteld om het geschil op te lossen. Het onderzoek van Mr. Peach en Mr. Horne nam 14 jaar in beslag maar ze kwamen dan ook tot een, voor die tijd, verbazingwekkende vaststelling die in wetenschappelijke kringen nogal wat deining deed ontstaan. De twistappel was opgelost, wat jongere geologen al die tijd al hadden beweerd en oudere, “gevestigde” heren van de wetenschap steeds hadden weerlegd als lulkoek, bleek correct te zijn. Oude gesteentelagen kunnen bovenop jongere lagen ‘kruipen’ en daarbij grote afstanden afleggen en enorme krachten ontwikkelen. Een wetenschap die iedereen nu wel heeft maar die eind 19de eeuw in geologische kringen een donderslag bij heldere hemel was. Waarschijnlijk ontstond bij deze vaststelling de kennis van het verschuiven van de tectonische platen. Op een leuke manier hoorden we beide wetenschappers ons, bezoekers, uitleggen wat ze ontdekten via twee bronzen beelden die met mekaar in gesprek zijn. Spijtig genoeg was er enkel een Franse versie te horen - de Gealic-versie is gewoon onverstaanbaar. We trachten de kleine video op de blog te zetten.
Vandaar reden we door tot ‘Ullapool’ waar we tot na het weekend op de ‘Bloomfield Camping’ zullen verblijven. Het stadje is niet heel groot maar aantrekkelijk genoeg om er wat rond te struinen, de camping is luxueus genoeg om in al onze noden te voorzien na het veelvuldig “wildslapen”, ook de LPG tanks gaan we nog eens laten bijvullen. Waar grotere dorpjes, excuseer Ullapool, kleine stadjes, al niet goed voor zijn… De naam is afgeleid van een oud-Noorse woord “Ulla-Bolsadr” wat “Ulla’s farmstead” betekent. Gereden: 48km.
Za.12/05 Gisterenavond, rond 21u30 hadden we een mooie zonsondergang, een vuurrode horizon en mooi rode wolken. Naar men zegt is deze camping erom bekend… hoe ze dát regelen weten we niet… Rond 22u is de wind gaan liggen en kregen we vandaag een prachtige dag met wel wat wind uit de tegenovergestelde richting als gisteren maar lang geen stormwinden meer. In het zonnetje, achter het beschermende schild van Mwenzi was het heerlijk. Het was trouwens de eerste dag in deze reis dat we onze stoelen konden buiten zetten en ’s middags en ’s avonds buiten aten. Voor het overige was het vandaag best wel een gevulde dag. Alles is bijgewerkt, hersteld, gekuist, gewassen en verzorgd. Morgen rustdag, alhoewel… Gereden: 0 (nul, zero)km.
Zo.13/05 Vanmorgen zwaarbewolkt maar het bleef tot na de middag droog, dan kregen we wat regen maar toen rond 18u de zon begon te zakken klaarde het helemaal op en kregen we weer een prachtige zonsondergang. We hebben vandaag veel gewandeld en zijn vanavond gaan eten in de ‘Ferry Boat Inn’, lokaal de FBI genoemd. Goede keuze geweest. We hebben vandaag ook al voorbereidingen getroffen voor morgen want dan gaan we weer met een ferry op stap. Gereden: 0km.
Ma.14/05 Zonnige ochtend, later zwaar bewolkt en winderig. We zijn nog gauw wat vers brood en wat andere inkopen gaan doen vanmorgen voor we naar de parking van de ferry reden om ons in te checken. Weer een ferry ? Ja, naar de Hebriden-eilanden ten westen en parallel met het moederland. Vertrek is stipt om 10u30 dus we hadden nog even de tijd om een “terrasje in het zonnetje” te doen. Om 9u30 gaan we terug naar de ferry-parking waar we Mwenzi hadden achtergelaten. Die stond inmiddels al goed vol. We varen er twee uur en drie kwartier over en de ferry moet voor de haven, waar ie moet aanleggen, nog een rondje draaien omdat ie anders te vroeg zou aankomen vanwege de sterke rugwind… Aanleggen doen we in ‘Stornoway’, het grootste stadje van de eilandengroep op het eiland Lewis & Harris. We gaan de eilanden van noord naar zuid verkennen en beginnen dus met het grootste van de archipel. In Stornoway zijn we eerst nog even in een toeristen info center geweest om een degelijke kaart van de omgeving en wat documentatie. Vandaaruit ging het meteen noord-west tot ‘Barabhas’ waar we op de parking nabij het kerkhof zullen overnachten. Gereden: 40km.
Di.15/05 Zwaar bewolkt met regen en felle windstoten. Van onze rustige slaapplek reden we vanmorgen vrij vroeg noord-oost naar het noordelijkste punt van de Hebriden, ‘Port of Ness’ in de 19de eeuw was dit nog een welvarende vissersgemeenschap maar dat is nu al een hele tijd geleden en dat zie je aan de haven-infrastructuur. We hebben er geen beelden van gemaakt omdat we tijdens onze wandeling natgeregend en bijna weggeblazen werden. Dan maar terug gereden via ‘Arnol’ en z’n ‘Arnol Blackhouse’. Een Blackhouse was dè bouwmethode voor woningen tot de tweede helft van de 19de eeuw op de Hebriden. Een bouwmethode met referenties die 1000 jaar oud zijn. De muren zijn dubbelwandig en gemaakt van ruwe rotsblokken. De ruimte tussen beide muren werd opgevuld met turf. Zo kreeg je een, meer dan een meter dikke, goede isolatie. Het dak bestond uit een laag turf met daarop een dikke laag stro. Het waren lange, smalle woningen waarvan een deel gebruikt werd als stalling en het andere eind als woonruimte. Verwarming gebeurde met een turf-vuur. Een schoorsteen was er niet zodat de rook van het turf-vuur z’n weg moest zoeken doorheen gaatje en spleten. Aangezien de reuk die turf bij het verbranden afgeeft moeten de bewoners wel erg een specifieke geur gehad hebben. Het is maar goed dat een turf-vuur toch wel een aangename geur heeft. In ‘Gearrannan’ bezochten we een kleine, door vrijwilligers, heropgebouwde nederzetting van Blackhouses. Het regende intussen niet meer maar de wind bleef fel tekeer gaan, hopelijk gaat ie vanavond liggen. Van Gearrannan ging het naar een ander bouwwerk uit veel langer vervlogen tijden. De ‘Carloway Broch’ is een woning/verdedigingstoren zoals die enkel in het noorden van Schotland werden gebouwd in het IJzeren Tijdperk (750VC tot 500NC). De best bewaarde broch staat in ‘Mousa’ in Shetland, die bezochten we enkele jaren geleden. Deze hier in Lewis is echter kleiner in diameter maar ook schitterend gelegen.
Het hoogtepunt van de dag lag echter nog wat zuidelijker en was nòg ouder… De ‘Standing Stones of Callanish’ dateren van Schotland’s Neolithische periode (3200 tot 2200VC). De stenen zijn waarschijnlijk een ceremoniële structuur maar de ware functie is niet bekend. Dat het indrukwekkend is laat geen twijfel. Alle stenen werden pas in 1857 uit een 1,5m hoge turflaag bevrijd die zich sinds 1000VC ontwikkelde.
We hebben tijdens ons bezoek een plek achter de site gevonden waar we op een soort parking kunnen overnachten. Zo hopen we met een droge zonsondergang en misschien met een mooie zonsopgang morgenvroeg nog wat goede beelden te maken van deze mythische plek. Gereden: 92km.
Wo.16/05 Voor het eerst werden onze “goed-weer-gebeden” aanhoort, vanmorgen was het mooi helder en konden we voor zonsopgang de ‘Standing Stones of Callanish’ gaan fotograferen. De zon kwam op om 4u58 en aangezien we vlakbij de site sliepen konden we om 4u30 al snel ter plaatse zijn. Ja, het loont… het licht, net vóór zonsopkomst, is en blijft uniek. Daarna nog de eerste zonnestralen die op de stenen komt… super. Een meevaller na gisteren-avond, die niet helemaal droog bleef en ook de zonsondergang was niet zoals we ons dat gehoopt hadden. Rond 6u30 zijn we, bekaf, terug wat gaan slapen tot 9u30. Na ons ontbijt reden we naar de ‘Hebridean Soap Company’ waar we van de eigenares een korte rondleiding kregen met uitleg over de artisanale werkwijze van hun zeepproductie. Nadien reden we naar de dichtstbijzijnde winkel om brood. Daarvoor moesten we naar ‘Liurbost’ aan de oost-zijde van het eiland. Daarna ging het terug tot ‘Gearraigh na h-Aibhne’ en via de B8011 naar de B8059, een kleine weg die gedeeltelijk één-baanvak is. We hebben toch wel voorkeur aan zulke wegen omdat je daar wel opzij mòet voor een tegenligger, wat de kans veel kleiner maakt dat de tegenligger z’n snelheid niet mindert en je spiegel aan flarden rijdt…
We rijden daar tot ‘Breacleit’ waar we lunchen in het ‘Community Center’ met een heerlijke dagsoep. Verder noordelijk rijden we tot ‘Bostadh’ waar we de ‘Iron Age Village’ bezoeken en wandelingen maken in het omliggende gebergte en op het prachtige strand. De Iron Age Village is intussen weer terug begraven onder het strandzand maar een replica van een woning is even verder van het strand gereconstrueerd en is nog wel te bezoeken. Het was pas in 1993 dat een extreem zware zee-storm de overblijfselen van een nederzetting blootlegde op een strandje. In 1996 werden er opgravingen en onderzoek uitgevoerd en werden de blootgelegde constructies ter bescherming terug begraven onder het strandzand. Een bezoek aan de gereconstrueerde woning is echt de moeite. De aanwezige gids geeft een mooi beeld van de inrichting van de ondergrondse woning en de gebruiken in die tijd. Onze ogen moesten wel even wennen aan de duisternis binnen maar nadien is het werkelijk een prachtige site waarin je je met gemak in die tijd kan inleven (IJzeren Tijdperk - zie ook gisteren). Indrukwekkend.
Het is nu 20u. en de zon straalt nog steeds, prachtige dag. We overnachten op de parking, niet ver van het Iron Age House. Gereden: 60km.
Do.17/05 Vandaag was het weer een prachtige dag, beetje wind, behalve op de hoger gelegen rotsen langs de kust waar je moest uitkijken voor flinke windstoten. We ruilen onze mooie slaapplek van afgelopen nacht in voor een bezoek aan ‘Timsgearraidh’, ‘Uig’, ‘Eadar Dha Fhadhail’ en ‘Aird Feinis’ om tenslotte de camping aan te doen in ‘Cnip’. Deze plekken zijn enkel te bereiken via de B8011. Onderweg duiken we even van de berg een zijwegeltje in dat ons recht in een haventje doet belanden waar we verse, met de hand geraapte St.Jacobsvruchten kunnen kopen. Het kraampje is 24u.op 24u. open omdat je de schelpdieren zelf uit een ijskastje mag nemen, betalen doe je via een ‘Honesty Box’. Maar de mevrouw van het kraampje is aanwezig en we krijgen een dozijn kraakverse, gekuiste dieren mee.
Het museum, het ‘Heritage Center’ opent pas om 12u. en dus gaan we eerst wat verkennen in Uig en ook Eadar Dha Fhadhail waar we lunchen op een parking & camperplaats aan de rand van een zeer lang strand. Bij laag getij is het een enorme zandvlakte. Terug naar het museum vinden goed gepresenteerde, duidelijke informatie over de geschiedenis van deze wel erg afgelegen gemeenschappen. Ook de opmerkelijke vondst die een landbouwer ten dele viel wordt hier uitgebreid in het licht gezet. Het betreft de “Uig Chessmen”, 92 schaakstukken, schitterend gesculpteerd uit Walrus ivoor en een gordel die in 1831 in de duinen nabij ‘Ardroil’ gevonden werden door een plaatselijke landbouwer. Later onderzoek wees uit dat de stukken uit de 12de eeuw stammen en uit Noorwegen afkomstig waren. Het zijn de, uit die tijd, meest vakkundig gemaakte beeldjes die men kent. Een aantal (11) worden tentoongesteld in het Oudheidkundig museum in Edinburgh, de anderen zitten in het museum in Londen. Wij zagen enkele replica in het plaatselijke museum (…) en een uitvergrote versie als houten sculptuur aan de parking van Eadar Dha Fhadhail (onze lunchplaats - is meer leesbaar…). Later op de middag, als de zon hoog staat bezoeken we een plek langs de kust die we met een mooie wandeling bereiken. Het zijn een aantal “stacks”, rotspieken die, kort bij de kust, uit zee omhoogrijzen binnen uitgesleten kliffen. Het uitzicht is prachtig en door de hoge zon staan alle stacks in het licht. We moeten wel opletten voor de windstoten, vanaf de kliffen is het 50m recht naar beneden.
In Cnip (Kneep uitgesproken) vinden we een kleine, primitieve camping waar we alle tanks kunnen ledigen- of vullen en de nacht zullen doorbrengen. We vinden nog net één plekje vrij met uitzicht op een prachtig strand van 2km breed aan een grote baai. Een avondwandeling langs het strand maakt de dag compleet. Gereden: 89km.
Vr.18/05 Zwaar bewolkt en we krijgen de zon vandaag niet te zien, miezerig soms maar meestal droog. We trekken verder maar daarvoor moeten we eerst een stuk terug… 🤨. Het haventje aan de overkant van ‘Miabhaig’ lopen we nog even aan om de kreeftenvisser aan te spreken die gisteren niet bereikbaar was maar die we nu, nog net voor het uitvaren, naar een kreeft kunnen vragen. Hij had er nog “enkele” in een kooi zitten, onder z’n klein bootje aan de steiger gebonden… we hebben geluk vandaag en kunnen een keuze maken tussen exemplaren van 700gr tot 3kg…
Via Callanish gaat het via Liurbost over ‘Baile Ailein’ zuidelijk tot ‘An Tairbeart’ (ofte Tarbert). Dan zijn we al even op North Harris. In An Tairbeart maken we een wandelingetje en gaan in de Tarbert Distillery… een voortreffelijke soep genieten. Nadien rijden we via de A859 naar de westkust van South Harris. Onderweg zien we een man op een nabijgelegen turfsteekplaats bezig met ‘lifting’, het omkeren en in stapeltjes leggen van de uitgestoken turfblokken om ze zo verder te laten drogen. Dit is onze kans om aan wat verse turf te geraken om thuis zalm, lamsvlees en andere gerechten te kunnen roken met dat heerlijke turf-aroma. We willen de man vergoeden maar voor de (kleine) hoeveelheid blokken die we kunnen meenemen wil ie ze absoluut zo meegeven. Een heel mooie geste want turfsteken en laten drogen is een intensieve bezigheid.
We vervolgen onze weg tot even voorbij ‘Taobh Tuath’waar we op een gravel-parking ons avondmaal gaan klaarmaken. Kreeft koken in onze camper deden we menigmaal eerder op Shetland en nog niet zò lang geleden in Canada en Newfoundland maar het blijft een speciale klus die toch wel een goed uur in beslag neemt. Maar het loont, ook nu weer. We besluiten om hier maar te overnachten omdat we onderweg toch ook niet veel andere mogelijkheden hebben gezien en omdat de mist stilaan lager en lager komt te hangen. Gereden: 141km.