Reisverhaal «USA 22»
Canada & Noord Amerika
|
Verenigde Staten
|
0 Reacties
10 April 2017
-
Laatste Aanpassing 19 April 2017
USA 22
10/04. Zon, met frisse wind aan de kust en max.15ºC. Vandaag verhuizen we weer wat meer naar het noorden. We houden halt in Fort Bragg waarvan we van het VC in Mendocino weten dat er een vishandel zou zijn aan het haventje. Die zijn er inderdaad maar hebben een zeer beperkte aanbod. Volgens de winkeldame zit het slechte weer van de afgelopen dagen er voor iets tussen, weinig vissersboten zijn uitgevaren. We horen hier ook dat je voor bv. Kreeft niet te veel hoop moet hebben want bijna al wat hier gevangen wordt gaat naar het Oosten. Zo zie je maar, je zal maar aan de kust wonen om dan te horen krijgen dat bepaalde producten alleen voor export bevist worden. De “Dungeness crab” is wel beschikbaar maar die is naar onze smaak niet zo lekker. We kiezen uiteindelijk voor het staartstuk van een zalm uit Alaska…
Niet zo ver hiervandaan is er het “Glass Beach” een aantal kleine stranden waar vroeger naar hartelust gestort werd. De scherven van flessen konden nog moeilijk verwijderd worden en dus heeft men er maar een toeristische attractie van gemaakt. Uiteraard zijn die scherven niet meer scherp, de golfslag heeft ze als het ware gepolierd. Men vraagt de bezoekers uitdrukkelijk om geen artefacten (lees glas) van het strand mee te nemen. Op het strand zelf zie je eigenaardig genoeg iedereen met het hoofd omlaag lopen op zoek naar gekleurde scherven die dan onverbiddelijk in een vest- of broekzak verdwijnen. Gekke mensen toch, iedereen gooit z’n glazen flessen hier in de vuilbak -want glasrecyclage staat hier nog maar in babyschoenen- aan de andere kant gaan ze de scherven verzamelen op het strand… We vermoeden dat binnen afzienbare tijd het strand zal moeten hernoemd worden tot “Glass-less Beach”
Interessanter voor ons was de slaap- en rustplaats van een aantal Zeehonden even uit de kust, onbereikbaar voor de glaszoekers.
Even voorbij Fort Bragg is er een mooie houten brug over de “Pudding Creek” die vroeger gebruikt werd door een spoorlijn die kaphout vervoerde.
We zijn nu in het “MacKerricher State Park” waar we zullen overnachten. We zijn via een nabijgelegen boardwalk nog even naar “Laguna Point” gewandeld waar we ook een aantal Zeehonden konden waarnemen. Een mooie wandeling is dat en we plannen die morgen weer te doen. Als camping kunnen we MacKerricher SP absoluut niet aanraden. De prijs ($40) is veel te hoog voor wat het bied. De sites zijn zeer primitief en door het weer van de laatste dagen staan er een aantal zo diep onder water dat eenden er op foerageren. We hadden hier graag wat langer verbleven maar we passen onze plannen wel aan. Gereden: 64km.
11/04. De vroege wandeling naar Laguna Point om Zeehonden te fotograferen gaat niet door want het heeft heel de nacht geregend en dat gaat nog steeds door. We beslissen om verder te reizen. We moeten onze originele route veranderen, de Coast Highway 1 die we al de hele tijd volgen is 40 mijl verder onderbroken, waarschijnlijk door het slechte weer en de hevige regenval van de afgelopen weken. We kunnen toch nog wat noordelijker rijden en daar de Branscomb Road naar Laytonville nemen maar die lijkt ons in deze weersomstandigheden (en die van de afgelopen tijd) te riskant. We gaan even terug via Fort Bragg en nemen daar de CA-20 naar Willits. Het blijkt een goede keuze want de weg is weliswaar heel bochtig met nogal wat klimwerk maar goed berijdbaar. We maken wel eens meer de bedenking dat een servo-stuur een mooie uitvinding is. De meeste mensen vinden een servo-besturing allicht heel normaal maar als je al eens door de Spaanse Pyreneeën reed in een oud T2-VW busje van 1973 voel je het verschil wel. Afijn, In Willits gaan we noord via de Interstate101 naar Legget. Daar bezoeken we “Drive-Thru Tree” in het gelijknamige park. Voor $5 inkomgeld kan je daar met je wagen door een “Coast Redwood” boom, genaamd “Chandelier Tree”, rijden. De wetenschappelijke benaming van deze soort is Sequoia sempervirens. De boom is een gigant van 96m (315ft) hoog en heeft een diameter van 6,4m. Alhoewel de afmetingen betwist worden is het toch een gigant die naar schatting 2400 jaar oud is en in 1930 voorzien werd van een opening aan de basis waar personenwagens kunnen doorrijden. De naam is gekozen omwille van de vele grote zijtakken die de boom heeft vanaf 30m hoogte. De afmetingen van deze ‘takken’ zouden Europese volwassen bomen doen blozen… doen breken. Geen enkele soort boom kan zo hoog worden als de Sequoia sempervirens die tot 115m hoog is gemeten.
Voor je de boom bereikt rij je een stukje door een Coast Redwood bos met tal van giganten om je heen, echt indrukwekkend is dat. Je ziet geen kruin, want die zitten te hoog maar al die kolossale stammen naast elkaar… geen woorden voor.
Van Legget ging het naar Barberville waar het in het plaatselijke VC wat info opvroegen. We staan nu, 17u35, op een KOA camping in Benbow, iets zuidelijker. Gereden: 189km.
12/04. Het heeft de hele nacht geregend… en het is nu, om 16u30, nog steeds bezig. We halen nauwelijks 12ºC. Vandaag zijn we de “Avenue of the Giants” afgereden. Deze weg, die geen vertaling behoeft, bevindt zich in het Humboldt Redwoods State Park. Het is het grootste overgebleven stuk Coast Redwood bos op onze aarde, de Sequoia sempervirens waarover we al eerder berichtten. Toen we in Sequoia NP waren schreven we over de Sequoiadendron giganteum als de meest volumineuze boom ter wereld. Welnu, de Redwood Sequoia is ’s werelds hoogste boom. De grootste ooit gemeten is 115m hoog! Dat is behoorlijk indrukwekkend maar dat zie je zo niet. Wat je in dit bos wèl ziet zijn de stammen en ja, we beseffen het, we schreven het al wel zo vaak maar ze zijn behoorlijk indrukwekkend. MAJESTUEUS is misschien het enige superlatief die we bij het beschrijven van deze prachtige wezens nog niet gebruikt hebben. We zijn even in de gietende regen het bos ingelopen en voelden ons direct zo klein tussen al die metersdikke stammen dat het een onmenselijk decor leek. Omhoog kijken was anders ook niet makkelijk met al dat water dat naar beneden kwam 🙄.
We zijn dan maar voor een tijdje het VC ingedoken (bijna letterlijk). Daar wachtte ons een nieuwe verrassing. Ene Charles Kellogg kreeg in 1917 een blok Coast Redwood ter beschikking van een omgevallen bosreus om er publiciteit mee te maken en de bescherming van deze woudreuzen te bewerkstelligen. Hij bouwde er een motorhome avant la lettre mee. De wooncel is uit dat ene blok hout gemaakt en op een Nash Quad chassis geplaatst. Zulke trucks gebruikten bosbouwers toen om stammen te vervoeren. Het gerestaureerde voertuig is nu in volle pracht te zien in het VC. De man reed met z’n “Travel-Log” de VS af om de bescherming van de Redwoods te bepleiten. Een voorloper van Mwenzi, helemaal in hout! Prachtig.
We waren uiteindelijk gedwongen om het Redwood bos te verlaten, niet alleen omwille van de regen, op en langs langs de weg zagen we ook meer en meer vrij dikke takken liggen, afgebroken twijgen van de grote jongens. We zullen overnachten op een camping net buiten het State Park op een meer open terrein. Het “Ancient Redwoods RV Park” is eigenlijk wel een aanrader, niet alleen omwille van z’n ligging want we willen hier toch nog even rondhangen. Voor de fotografische mogelijkheden in deze bossen willen we graag wat tijd krijgen, misschien is er morgen wat minder regen. Gereden: 62km.
13/04. Gisteren na het schrijven van vorig stukje is het beginnen gieten… we dachten de roeispanen al tevoorschijn te moeten halen. Maar vanmorgen was het water allemaal opgebruikt en dus besloten we van de gelegenheid gebruik te maken om het stadje Ferndale te gaan bezoeken. We kregen gedurende de dag nog wel een paar buien maar ook de zon gaf partij en dus konden we toch wat opnames maken van dit wel uitzonderlijk Californisch stadje gesticht in 1852. Het is bekend om z’n vele mooie huisgevels die dateren van het Victoriaanse tijdperk en die ook nog steeds goed onderhouden worden. Het merendeel van de gebouwen aan de hoofdstraat zijn handelszaken, waaronder één van de oudste apotheek van Californië, maar in de omliggende straten staan nog tal van schitterende burgerhuizen, soms echte juweeltjes. Ook het Victorian Inn, waarschijnlijk het grootste authentiek gebouw, 126 jaar oud is schitterend gerestaureerd. Binnen is het al even indrukwekkend, je waant je een dikke eeuw terug.
Het stadje diende dan ook al meermaals als decor bij verschillende Hollywood filmproducties.
We deden ook een ritje naar de kust en zagen vele weilanden onder water staan. Het is dan wel normaal dat je daar dan wat reigers ziet foerageren maar hier zagen we ook een Belted Kingfisher. Dit is een IJsvogelsoort maar dan een stuk groter dan onze IJsvogel en het is echt wel eigenaardig die hier op een weiland te zien, waarschijnlijk zijn de beken hier zodanig buiten hun oever getreden dat de vis in de weilanden zwemt…
Terug in Ferndale bezochten we ook het Ferndale Museum. Een heel fraai en rijkelijk gestoffeerd museum over de manier van leven hier in de 19de eeuw. De prachtige diorama’s waren met oog voor detail uitgestald. Zeer de moeite. Net als de “The Old Steeple”, een oude Methodist kerk die naar verluid een spectaculair voorbeeld is van Gotisch-geïnspireerde, Laat-Victoriaanse architectuur. Het werd in 2015 aangekocht door een jong koppel die het openstelden voor het publiek en er een muziekcentrum van maakten. In het intieme, 225 zetels tellende theaterzaaltje worden regelmatig live muziekconcerten gegeven.
We vonden in Ferndale een soort gemeentelijke kampplaats waar we zullen overnachten. Het ligt omgeven met weilanden waar grote groepen “Aleutian Cackling Goose” of Branta hutchinsii leucopareia, ook bekend als de Aleoeten canada gans (Branta canadensis leucopareia), neerstrijken. De ene vogelgids tegen de andere, nog steeds onduidelijkheid. Afijn, deze dieren komen hier even “bijtanken” op weg naar het noorden waar ze gaan broeden. Is de lente dan toch in zicht ? Gereden: 74km.
14/04. Zonnig, één buitje rond 10u. en verder droog met nogal wat zon, een verademing maar het wordt slechts 12ºC. We zijn teruggereden naar het Humbold Redwoods State Park want we wilden een droge gelegenheid om (een) wandeling(en) door de bossen te maken en om de Dyerville Giant te zien. Da’s de naam van een Redwood die tijdens een zware storm in 1991 omviel. Het was toen met z’n 112,7m de hoogste, de breedste en de oudste boom in dit deel van het bosbestand. De schok van de val werd 10 mijl verder sysmografisch geregistreerd. Intussen zijn nog andere reuzen op de Dyerville Giant gevallen en lijkt het er wel een gigantisch Mikado-spelletje aan de gang. We voelden ons vandaag Hobbits die zich in een “gewoon” bos bevonden.
Tijdens de wandeling zagen we ook enkele Black-tailed deer (een ondersoort van het Mule deer) en een grote groene kikker, de American Bullfrog (Lithobates catesbeianus). Omdat we er maar niet genoeg van kregen zijn we naar de Mattole Road gereden in het Rockefeller Forest, onderdeel van Humboldt SP. Daar, van al te hevige stormwinden beschermd door een aanpalend gebergte, staan de grootste Kustmammoetbomen (Coast Redwoods) die onze aarde rijk is. Dewelke dat zijn wordt nergens meegedeeld maar als je hier een wandeling maakt wordt gauw duidelijk dat de bomen hier een echt microklimaat hebben dat hun in staat stelt nog meer in groei te investeren dan diegenen die van windschade moeten herstellen. Wind en regen zijn hun enige vijanden. Je bereikt de “Big Tree Area” na ongeveer 6-7km op de Mattole road vanaf de “Avenue of the Giants”. Een aanrader omdat het wat meer afgelegen is en omdat er nog meer grote bomen staan en er ook minder omliggen… alleen de weg ernaartoe is niet zo goed. We overnachten weer in Ferndale op de Fairgrounds RV Park. Gereden 121km.
15/04. Heel de dag mooi weer, 16ºC. Noordwaarts leid de weg tot het Humboldt Bay NWR (National Wildlife Refuge). Een plek waar wilde dieren -en dan meestal vogels- thuis zijn zeg maar. Het bevat, na het afgelopen weer zeker, een aantal vochtige weilanden en door de nabijheid van de zee alle gradaties van zoet naar zout water. Uiteraard trekt dit nogal wat watervogels aan maar de meesten zijn net noordelijk vertrokken. Onder andere de Aleutian Cackling Goose die we in Ferndale zagen. Op onze wandeling doorheen het gebied zagen we tot onze verrassing wel een Wezel het pad oversteken. We hebben de opname wel wat moeten uitvergroten want het diertje is, zonder staart, maar een goede 30cm lang en het liep +/- 40m van ons vandaan. Toch een mooie waarneming. Een Grote zilverreiger viste nog wat aan de oever, terwijl we de andere vogels met de kijker opzochten, waaronder enkele “Clark’s Grebe” of "Wester". Deze Futensoort is erg tenger en sierlijk Toch wel een mooi gebied met heel wat vogelsoorten.
De volgende halte was Eureka waar we de oude binnenstad bezochten. Ook hier weer een aantal mooie gebouwen uit het Victoriaanse tijdperk. Alhoewel dit aantrekkelijk mag lijken vonden we Ferndale veel aangenamer. De “Waterfront Boardwalk”, dat in toeristische gidsen wordt aangeprezen stelt eigenlijk niet veel voor. Eureka is dan wel veel groter, er is ook veel leegstand en verloedering. Vele, ooit mooie huizen staan er verwaarloosd bij. We zagen ook veel daklozen op straat lopen en liggen…
We overnachten op de Shoreline RV Park, de “Shoreline” staat voor een nogal afgelegen oever van de Eureka Slouge inham. Voordeel: eindelijk terug wifi. Gereden 63km.
Fotoalbums van Verenigde Staten